This page has been proofread.
heeft de quaestie van den vorm toen den doorslag gegeven. Terwijl C zeer langdradige eindbeschouwingen heeft, zijn B en D in dit opzicht korter, vertoont van deze beiden weer D het meest afgeronde geheel. Ook de inhoud der verzen kwam eenigszins in aanmerking. C gaat zich te buiten aan een uitgebreide schildering van de schoonheid van den jongen prins ; in B is een bij uitstek vroom afschrijver aan 't woord, die het hereenigd vorstenpaar, ieder voor zich, het verdere leven in gestadige godsbetrachting laat doorbrengen, het landsbestuur aan de ministers overlatende. Alleen D bepaalt zich tot een eenvoudige verklaring van het voortaan ongestoorde geluk van vorstin Goudkruintje en haar echtgenoot.