Jump to content

Page:Hikajat Poetroe Goembak Meuih.pdf/260

From Wikisource
This page has been proofread.
235

Akeumaء, onwelwillend, niet goed gezind (3547′ noot).
adòë angkat, zie Atjèhers II, pag. 227, sadati (3529, 3618).
ampōng, teuءampōng-ampōng, toevallig aan komen drijven, dobberen (1519, 1640 noot).
antōء, zie pakhōء antōء.

Badoe, als scheldwoord gebruikt, eigenlijk Bedowien (1127).
bahië, fatterig, overdreven opgesierd (3674).
balaء, moebalaء, dicht opeen als haren op 't lichaam, samengepakt, opeengehoopt (921, 2517 noot, 2631 noot, 3023, 3331, 3601).
baloehan, huisje op den rug van den olifant (1751).
batat, hard, ongevoelig, tot eelt geworden (3250). In verband te brengen is lat batat, zie aldaar. Van menschen gezegd : hardhoofdig. De bij Van Langen opgegeven zin is zeer onnauwkeurig en blijft bij omschrijving.
beuleuhaء, bòh beuleuhaء, vuurballen, holle, met kruit gevulde, kogels bij het vuurwerk (3648).
beulisah, onrustig, angstig (67, 1309).
beureugoe, Atjèhsche signaalhoorn, uit hout of buffelhoorn (1772, 3348).
bha, moebha is hier gelijk te stellen aan moeba, iets meevoeren, meebrengen (3069). Bha komt gewoonlijk voor in hikajats in den zin van talrijk ( = bahar, bahrōlah).
bida [Sanskriet bheda ?], slecht, boos (3071).
biءat [Arabisch baiʻat, verdrag, huldiging], geheime kennis, b.v. verkregen door aanwijzingen van den goeroe (2571 noot, 3700 noot).
bineuëh, dansen, tandakken (3669).
binga, teubinga-binga, de bezinning verloren hebbend, buiten bewustzijn (3496).
blé, moeblé en
blōj, moeblōj wordt gezegd van den bliksem, flitsen, flikkeren (2596, 3032, 3402).
boeni, staat hier voor boenji, uiten, uitspreken (691).
ءbang, bekommerd, verdrietig (1292, 2959, 3066, 3122, 3374).

Dadang, bijvorm van dang-dang, terwijl (3330).
dihén [Arabisch dihn], geest, binnenste (1463, 1472, 1483, 1542 noot, 1544).
diroej, liefelijk (2824).