DE KAART VAN TJIËLA OF TIMBANGANTĔN,
D O O R
K. F. H O L L E.
__________
In het jaar 1858 ontdekte de kontroleur J. C. Lammers van Toorenburg, (sedert overleden) met behulp van den Hoofdpanghoeloe van Limbangan, Raden hadji Moehamad Moesa, in de kampong Tjiëla, district Panembong, eenige oudheden, waaronder een kaart op inlandsch katoen (boweh).
De toenmalige Resident der Preanger, Jhr. Mr. van der Wijck zond een copij dier kaart met een nota van den Heer Lammers en een nota van den Regent van Bandoeng aan het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, dat van die copij een facsimile op kleinere schaal liet maken, het welk hierachter den lezers van dit tijdschrift wordt aangeboden.
De heer Netscher trachtte uit die nota's een stuk zamen te stellen voor het tijdschrift, doch stuitte, wat het historisch gedeelte betreft, op zooveel tegenstrijdigheden en duisterheid, dat besloten werd de stukken in mijne handen te stellen, om ter plaatse meer inlichtingen in te winnen.
Ook ik toog aan 't werk en hoewel niet geheel zonder succes, – want ik vond eenige babads of brokken er van, waarin iets omtrent de zaak voorkomt, – toch was dit niet van dien aard, dat ik met een gerust geweten mij kon neêrzetten tot het schrijven van een historisch opstel.
Ik raakte zelfs eenigzins van den wal in de sloot, want