DE BATOE-TOELIS
TE
BUITENZORG
DOOR
K. F. HOLLE.
In deel XVII (1869) bladz. 483 van dit Tijdschrift komt eene verklaring voor van de inscriptie op den steen bij Buitenzorg.
Niettegenstaande die verklaring door mij inet aanhaling van plaatsen uit andere inscriptién (die van Kébanténan) on enkele oud-Soendasche Mss. wordt gestaafd, schijnt het, dat mijne lezing nog betwijfeld wordt, getuige de vermelding van Dr. Friedrich’s verklaring dier inscriptie.
Ik acht het daarom wel de mocite waard, dat. van bovengenoemde inscriptie een goed facsimile in het licht worde gegeven, opdat men kunne oordeelen, welke verklaring de ware is: de Kawi-lezing van Dr. Friedrich, die cen heel anderen zin geeft, dan wel die van mij, die er niets anders in zie dan een geschiedkundige aanteekening in oud-Soendaasch, de taal van het land.
Het f. s. in Raffles voorkomende, kan niet op den naam van f. s. aanspraak maken, terwijl ook het in dee! I van dit tijdschrift voorkomende hier en daar minder juist is. En vermits er zoo weinig inscriptién in de Soendalanden worden gevonden en in Indié in het algemeen heel weinig, die betrekking hebben op geschiedkundige feiten, zoo acht ik het een aanbeveling te